Praktische informatie &
veelgestelde vragen
Praktische informatie
4 ogen principe
Het Vierogenprincipe houdt in dat altijd een volwassene moet kunnen meekijken of meeluisteren met een beroepskracht. Een beroepskracht mag nog steeds alleen op de groep staan. Zolang maar op elk moment een andere volwassene de mogelijkheid heeft om mee te kijken of luisteren.
Maatregelen en/of voorzieningen die vorm geven aan het ‘vier-ogen-principe’ op de peuterspeelzalen zijn:
Intern begeleider
Binnen de peuterspeelzalen van KidzEiland is een intern begeleider (ib’er) werkzaam.
KidzEiland volgt de ontwikkeling van uw kind zo goed mogelijk. Als een leidster zich zorgen maakt over het gedrag of de ontwikkeling van een kind, kan zij de ib’er inschakelen. Uiteraard betrekken wij u daar als ouder bij. Samen kijken we dan wat nodig is voor uw peuter. U kunt ook zelf contact opnemen met de ib’er als u de ontwikkeling van uw peuter wil bespreken. Ieder kind ontwikkelt zich immers anders: het ene kind ontwikkelt zich snel, het andere iets langzamer. Het is belangrijk om zorgen rondom de ontwikkeling van een peuter vroegtijdig te signaleren. Soms vraagt een peuter om meer en andere zorg en aandacht.
Wat doet een intern begeleider?
Hoe we bovenstaande vormgeven staat beschreven in het zorgprotocol interne zorgstructuur. Deze is hier te downloaden:Zorgprotocol.
Inspectie GGD
De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en het handhaven op de kwaliteit in de peuterspeelzaal. De college van B&W van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft de directeur van GGD aangewezen als toezichthouder inspecties peuterspeelzaal. Om het toezicht uit te voeren worden inspecteurs van de GGD ingeschakeld. Die inspecteurs toetsen of de peuterspeelzaal aan de eisen voldoet. Zo niet, dan kan de gemeente maatregelen nemen. Dat kan variëren van een brief of nadere controle tot onmiddellijke sluiting van de opvang.
Hieronder zijn de laatste inspectieverslagen te lezen:
Meldcode
Kindermishandeling is (helaas) een veel besproken onderwerp. Niet alleen door alle zaken die de laatste tijd aan het licht komen, maar ook door invoering van de ‘Wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling’.
Deze wet is ter versterking van de aanpak van kindermishandeling en maakt het gebruik van een meldcode verplicht. De invoering van de meldcode heeft tot doel professionals die met kinderen/ouders werken, te ondersteunen in de omgang met signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Deze ondersteuning levert, zo mag worden verwacht, een bijdrage aan een effectieve aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. KidzEiland heeft het basismodel van de meldcode op de eigen organisatie afgestemd en vastgesteld. Deze kunt u hier downloaden: Meldcode KidzEiland .
Ouderbeleid
Het ouderbeleid is in ontwikkeling.
Pedagogisch beleid
Bij ons pedagogisch beleid gaan we uit van de 3 basisbehoeften van het kind:
Behoefte aan relatie; Een kind wil graag dat hij geliefd en gewaardeerd wordt door mensen om zich heen.
Behoefte aan competentie; Een kind wil zichzelf graag competent voelen en heeft hierbij geloof en plezier in eigen kunnen nodig.
Behoefte aan autonomie; Een kind krijgt een steeds grotere behoefte om zelfstandig taken uit te voeren. Een kind vindt het leuk om zelf dingen te kunnen ondernemen, zonder daarbij hulp te krijgen.
Elk kind heeft de drang in zich, om zichzelf te ontwikkelen. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen manier in zijn eigen tempo. Een veilige en uitdagende omgeving heeft een stimulerende invloed op de ontwikkeling van de kinderen. Alle verschillende aspecten van de ontwikkeling, sociaal, spraak/taal, creatief, emotioneel, cognitief en motorisch, zijn van groot belang om op te groeien tot evenwichtige mensen.
Doordat de peuter in contact komt met leeftijdgenootjes en volwassenen kan de peuter zich sociaal-emotioneel ontwikkelen. Rekening leren houden met elkaar, samen spelen, het zijn zaken die kinderen in de peuterspeelzaalleeftijd beginnen te leren. Basisvoorwaarden voor de ontwikkeling van het kind zijn een veilige en prettige sfeer die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Het accent ligt op het fijn bezig zijn en niet op de prestaties. De regels die er zijn worden consequent gehanteerd.
Kernpunten binnen ons beleid om deze doelstelling vorm te geven zijn:
- Respect hebben voor de eigenheid van ieder kind
- Kinderen leren respect te hebben voor elkaar
- Kinderen stimuleren tot zelfstandigheid
- Oog hebben voor de mogelijkheden van ieder kind
- Een positieve houding hebben ten opzichte van het kind
- Veiligheid en geborgenheid bieden aan het kind zodat het zich kan ontwikkelen
- Duidelijk zijn naar het kind toe
Hoe we bovenstaande vormgeven staat beschreven in het pedagogisch beleidsplan.
Samenwerking met andere organisaties
De peuterspeelzaal staat midden in de samenleving en is onderdeel van het lokale jeugdbeleid. Concreet komt het erop neer dat de peuterspeelzaal contacten heeft met o.a. basisscholen, centrum jeugd en gezin, consultatieburo. De overleggen met deze instanties zijn structureel, andere incidenteel.
Centrum Jeugd en Gezin
Er is een nauwe samenwerkingsband tussen het CJG en KidzEiland.
In het kader van onze zorgstructuur heeft elke peuterspeelzaal een vaste jeugdverpleegkundige. Zij is tevens ook werkzaam op het consultatiebureau van het dorp. Minimaal 4 keer per jaar wordt door de jeugdverpleegkundige en de pm’er de ontwikkeling van de kinderen
besproken.
Lokaal Educatieve Agenda (LEA)
In dit overleg waarbij vertegenwoordigers van de gemeente, Centrum Jeugd en Gezin, basisonderwijs, voortgezet onderwijs, peuterspeelzalen en kinderopvang zitten, worden jeugdzaken besproken voor jeugd van 0-23 jaar. Regelmatig komen werkgroepen bij elkaar om onderwerpen die bepaalde doelgroepen aangaan te bespreken. In deze werkgroepen wordt onder andere besproken:
- Op welke wijze we de taalontwikkeling moeten versterken
- Hoe we de signalering, verwijzing en samenwerking tussen de verschillende organisaties het beste kunnen afstemmen.
- Hoe we regionaal omgaan met wetswijzigingen.
Voorschools Ondersteunings Team (VOT) voor overgang naar primair onderwijs
Vanaf september 2016 is mede dankzij KidzEiland het VOT opgericht. Het voorschools Ondersteunings Team is een multidisciplinair overleg m.b.t. een hulpvraag van een zorgkind in de voorschoolse periode waar een overgang naar primair onderwijs niet vanzelfsprekend is.
Het schooladvies wordt zorgvuldig besproken in het VOT met ouders en de toekomstige school. Het doel hierbij is een goed werkende keten van signalering, diagnose en behandeling om kinderen en hun ouders waar nodig te ondersteunen in de voorschoolse periode. Hiermee wordt gezorgd voor een goede overgang en overdracht naar het basisonderwijs, zodat er onderwijs op maat kan worden gegeven.
Jeugd Ondersteunings Team (JOT)
Bij problemen rondom opvoeding en opgroeien verwijst KidzEiland door naar het Jeugd Ondersteuningsteam (afgekort: JOT) Het JOT is er voor alle ouders, jeugdigen en professionals op Goeree-Overflakkee die vragen hebben over opgroeien en opvoeden van jeugdigen van 0 tot 18 jaar. Het JOT bestaat uit zestien gezinscoaches (met ondersteunend personeel) met diverse achtergronden zoals kinder- en jeugdpsychiatrie, (ortho-)pedagogiek en de zorg voor kinderen met een beperking. Het JOT biedt passende hulp, van een enkel adviesgesprek tot intensieve begeleiding. Indien nodig wordt samengewerkt met anderen uit de sociale omgeving van uw kind, zoals school, peuterspeelzalen, consultatiebureau, jeugdarts, etc
Auris
Kinderen leren veel van andere kinderen. Ook taal. De peuterspeelzaal kan daarom een grote uitdaging zijn voor een kind. Maar als een peuter moeite heeft met communiceren, gaat de ontwikkeling minder snel. Snel ingrijpen is dan belangrijk. Auris kan een kind dan behandelen op de peuterspeelzaal. Dat wordt ambulante behandeling op de peuterspeelzaal genoemd. Zo’n behandeling kan kort maar ook langer duren. Ook kan Auris ondersteuning geven aan de leidsters.
Horizon
De peuterspeelzalen van KidzEiland houden zo veel mogelijk rekening met de behoeften van peuters. Een medewerker van Horizon komt op de peuterspeelzaal, soms thuis. Of op school én thuis. Dit heeft een ambulant begeleider. Horizon is specialist in het bieden van begeleiding voor gedragsproblemen. Deze vorm van ambulante begeleiding wordt geïndiceerd door TJG (team jeugd en gezin)
Voordat er contact wordt opgenomen met de bovengenoemde instanties zal er altijd eerst een gesprek plaatsvinden met de ouders over de problematiek waar tegenaan gelopen wordt. Na toestemming van de ouders, maar ook vaak met de ouder, wordt er contact opgenomen met de betreffende instantie.
Veiligheid en hygiëne
Vanuit de wet is het verplicht een RIV en RIG (Risico Inventarisatie Veiligheid en Risico Inventarisatie Gezondheid) te hebben en daarnaast een Gezondheid- en Veiligheidsbeleid.
Gezondheidsinventarisatie
Bij de Gezondheidsinventarisatie wordt onder andere ingegaan op de kans dat een ziekte wordt overgedragen door bepaalde handelingen van kinderen en medewerkers. De gevolgen die besmetting met zich mee kan brengen zijn altijd vervelend en de maatregelen die genomen kunnen worden ter voorkoming van besmetting zijn daarom belangrijk. Wij kunnen echter niet uitsluiten dat een kind bijvoorbeeld geen enkele bacterie of virus via de speelzaal oploopt, maar wij kunnen wel veel onnodige overdrachten voorkomen. Door een zeer specifiek beleid te hanteren met betrekking tot hygiëne kan worden voorkomen dat veel ziektekiemen de kans krijgen voort te bestaan. Naast de controle op overdracht van ziektekiemen houdt hygiëne veel meer in. In de risico-inventarisatie gezondheid besteden wij dan ook aandacht aan de omgevingsfactoren van de ruimte. Temperatuur, kwaliteit van de lucht, lawaai, allergieën en medisch handelen worden zeer nauwkeurig omschreven en getoetst.
Inventarisatie Veiligheid
Bij de Inventarisatie Veiligheid wordt ingegaan op de kans dat een bepaald ongeval zich voor zou kunnen doen, de gevolgen die het ongeval met zich mee zou kunnen brengen en de maatregelen die genomen moeten worden ter voorkoming van het ongeval. Veiligheid is voor ons maar een constant aandachtspunt waarbij iedere dag weer stil gestaan wordt en moet worden nagegaan of de veiligheid van de kinderen voldoende gewaarborgd is. Hierbij is er soms een spanningsveld tussen veiligheid en pedagogische aspecten. Dit spanningsveld moet uitmonden in een goede mix tussen het bieden van veiligheid en het bieden van voldoende uitdaging en voldoende leermomenten. Niet alle veiligheidsrisico’s moeten en kunnen worden afgedekt, wel moeten de risico’s tot een aanvaardbaar minimum worden beperkt en de kans op ongelukken voorkomen worden.
De laatste risicoinventarisatie gezondheid en veiligheid zijn in te zien op de peuterspeelzaal. De leidster kunt u de risicoinventarisaties op aanvraag tonen.
Gezondheids- en Veiligheidsbeleid
In dit document staat beschreven welke maatregelen genomen worden om grote risico’s voor de gezondheid en veiligheid van kinderen te voorkomen. Tevens wordt beschreven op welke wijze kinderen worden geleerd om te gaan met kleine risico’s. Tot slot wordt het beperken van het risico op grensoverschrijdend gedrag een verplicht onderdeel van het beleid. Dit laatste is uitgebreid te vinden in onze Meldcode. U kunt ons beleid hier lezen.
BHV
Op al onze peuterspeelzaallocaties is een calamiteitenplan aanwezig. Ook zijn er afspraken over vluchtroutes en de vluchtplek. Het calamiteitenplan wordt regelmatig met de peuters spelenderwijs geoefend. Alle leidsters bezitten een BHV diploma met EHBO, jaarlijks gaan alle leidster op een een herhalingscursus.
Keuring speeltoestellen
Jaarlijks worden alle speeltoestellen op de speelpleinen gekeurd door een externe instantie.
Verwijsindex (VIR)
Het komt vaak voor dat meerdere beroepskrachten betrokken zijn bij hetzelfde kind of gezin. De verwijsindex helpt beroepskrachten elkaar dan snel en makkelijk te vinden, zodat zij kunnen samenwerken en kinderen beter kunnen helpen. De Verwijsindex is onderdeel van de jeugdwet van 2015. De verwijsindex is een digitaal systeem dat alleen toegankelijk is voor hulpverleners en beroepskrachten van organisaties die met kinderen en/of jongeren werken. Beroepskrachten die de verwijsindex gebruiken zullen ouders en kinderen/jongeren hierover altijd informeren. Aan de verwijsindex doen organisaties mee die werken met jeugdigen (0-23 jaar) en/of hun ouders. Er wordt een VIR melding gedaan indien Stichting Peutereiland betrokken is bij een peuter. Dit is het geval in de volgende situaties; peuters die besproken worden in VOT, zorgpeuters, als de intern begeleider betrokken is bij een peuter.
Als twee of meer beroepskrachten hun naam koppelen aan eenzelfde kind of jongere ontstaat een zogenaamde match. Als er een match is met een beroepskracht, moet er eerst toestemming aan ouders gevraagd worden of er informatie uitgewisseld mag worden.
Voor meer informatie over de Verwijsindex vindt u op multisignaal.nl.
Visie
Uw peuter is ons uitgangspunt!
De peuterspeelzaal is voor kinderen in de leeftijd van 2+ tot 4 jaar. Wij vinden het belangrijk om een veilig, kindvriendelijk klimaat te scheppen dat de sociale-, emotionele-, taal- en fysieke ontwikkeling van de kinderen bevordert. Tevens de peuters alle kansen bieden om hun talenten en vaardigheden te ontplooien. Dit willen wij in een omgeving doen waar de kinderen al vroeg de betekenis leren van delen, helpen, rekening houden met een ander, omgaan met conflicten en opkomen voor jezelf. Dit alles spelenderwijs, op een manier die passend is bij de ontwikkeling van uw peuter. Vandaar ook dat we bewust werken met de term “peuterspeelzaal”.
De peuterspeelzaal is er voor elk kind!
Onze peuterspeelzalen staan daarbij open voor alle peuters, ongeacht culturele achtergrond en kerkelijke gezindte, maar ook peuters met een lichamelijke- of verstandelijke handicap kunnen (in goed overleg) geplaatst worden.
Groepsgrootte
Het stimuleren van de sociale emotionele ontwikkeling is één van de belangrijkste facetten op de peuterspeelzaal. Deze wordt in belangrijke mate bepaald door contacten met leeftijdsgenoten. Leeftijdsgenoten of peers zijn voor een kind belangrijk oefenmateriaal voor de sociale ontwikkeling, “het proces waarbij het kind in toenemende mate zelfstandig gaat deelnemen aan de omgang, gewoonten en waarden die gebruikelijk zijn in de gemeenschap waartoe hij behoort”. Leeftijdsgenoten bieden een leerschool door de mogelijkheid tot observational learning (gedrag van elkaar afkijken) en tot oefening (gedrag op elkaar toepassen). Zo leren kinderen wat werkt en wat niet, wat verwacht wordt of niet kan. Dit voortdurend op elkaar afstemmen werkt conformerend. Echter wat voor de sociaal emotionele ontwikkeling geldt, geldt in zekere mate ook voor taalontwikkeling. Ook taal wordt in belangrijke mate geleerd van leeftijdsgenoten tijdens het spel. In het onderzoek van Vijvoy (september 2014) wordt geconcludeerd dat een minimale groepsgrootte van 6 leeftijdsgenoten nodig is voor het aangaan van sociale relaties. Ons streven is dan ook peutergroepen met minimaal 8 peuters.
Leidsters
Bij taalontwikkeling is het voorbeeldgedrag van de volwassenen in de omgeving van de peuter heel belangrijk. Interactie vaardigheden van leidsters zijn cruciaal in het verwerven, het werken aan die vaardigheden is een continue proces en staat steeds centraal in de begeleiding van de leidsters. In verband met de sociale en emotionele veiligheid van de kinderen zorgen we ervoor dat leidsters langdurig op locaties werkzaam zijn. We voeren duurzaam personeelsbeleid, zodat leidsters een goede band krijgt met peuters, ouders, het dorp en met externe partijen. Op veel peuterspeelzalen werken dan ook leidsters die lokaal gebonden zijn.
Eilandelijke eenheid met lokale verschillen
Leidsters maken het verschil! Leidsters krijgen binnen onze organisatie een bepaalde vrijheid en zelfstandigheid. Deze vrijheid en zelfstandigheid zorgen ervoor dat leidsters een grote mate van verantwoordelijkheid voelen. Deze verantwoordelijkheid geeft vaak meer werkplezier, hetgeen weer duidelijk merkbaar is op de groep! Een jarenlang laag verzuimpercentage is hiervan het bewijs. De leidsters werken natuurlijk wel binnen kaders, maar het kan zijn dat op de ene peuterspeelzaal zaken net iets anders gaan dan op de andere peuterspeelzaal, dit is een gevolg van de vrijheid en eigenheid van de leidster. Leidsters werken op locaties samen met ouderraden. De ouderraden hebben invloed op een aantal praktische zaken b.v. hoe worden de verjaardagen gevierd, wat wordt er getrakteerd, hoe wordt sinterklaas gevierd.
Maatschappelijke ontwikkelingen
We zetten landelijke en maatschappelijke ontwikkelingen steeds af tegen het belang van peuters op onze peuterspeelzalen. Sommige ontwikkelingen kunnen we in de ene kern wel doorvoeren en de andere niet, gezien de verschillende problematieken, kansen en belangen in de kernen op Goeree-Overflakkee. De peuter staat op 1, belang voor ouders en voor de gemeenschap volgen daarna. Door duurzaam personeelsbeleid zijn we in staat om rond elke peuterspeelzaal een goed netwerk te onderhouden. Contacten met scholen, CJG, logopedie, fysiotherapie, beheerders van Multifunctionele Gebouwen, Dorpsraden zijn in elke peuterspeelzaal op deze manier geborgd. Samenwerken is mensenwerk! Voor een goede samenwerking is het niet altijd noodzakelijk om onder één dak te zitten.
VVE
Volgens de wet kan er in een groep die voldoet aan de leidster-kindratio, één medewerker op acht peuters, VVE geboden worden. In de praktijk blijkt dat kinderen met een VVE-indicatie met regelmaat heel gerichte aandacht nodig hebben. In een groep met maximaal 16 peuters en twee leidsters kan één leidster zich een bepaalde periode van een dagdeel met een klein groepje kinderen van twee tot vier peuters afzonderen terwijl de andere leidster verder gaat met een gezamenlijke activiteit. Dit geeft een bepaalde mate van flexibiliteit in de aandacht die peuters met een VVE-indicatie nodig hebben. Ook voor het observeren van de VVE peuters is deze flexibiliteit nodig. Dit maakt een halve groep (1 leidster op 8 peuters) minder geschikt voor het bieden van VVE. Kinderen met een VVE-indicatie mogen 4 dagdelen (10 uur) komen. Gezien het feit dat mensen beter leren als ze de stof meerdere keren aangeboden krijgen, gaat onze voorkeur uit naar een spreiding van VVE over 3 of liever 4 dagen. Observaties met behulp van observatielijsten met vaste observatiemomenten, bespreking met IB-er, voortgangsgesprekken met ouders, warme overdracht naar de basisschool is standaard voor kinderen met een VVE-indicatie.
Opbrengst Gericht Spelen
Met opbrengstgericht spelen worden jonge kinderen doelgericht begeleid en gestimuleerd, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. Daarbij hoort dat de ontwikkeling systematisch wordt gevolgd, en dat deze gegevens de basis vormen voor het aanbod. Op grond van deze observaties verzorgen de leidsters een spelaanbod op eigen niveau, dat samen met kinderen van hetzelfde niveau of individueel gevolgd wordt. Ten behoeve van de differentiatie kan bijvoorbeeld gekozen worden voor het voorlezen in een groepje, gericht spelen, extra aandacht, of het bieden van mogelijkheden om meer te leren en verder te gaan, als daar aanleiding toe is.
Niet elk kind komt met dezelfde bagage naar de peuterspeelzaal, maar elk kind heeft talenten. De leidsters kijken wat nodig is om die talenten spelenderwijs te kunnen ontwikkelen, onder andere met Opbrengstgericht spelen. Het programma Uk&PUK wordt als middel gebruikt om de doelen van Opbrengstgericht spelen te behalen. Zo wordt de peuter op een speelse manier voorbereid op het basisonderwijs.
Ouderbetrokkenheid
Ouders zijn binnen ons beleid een speerpunt. Ze worden gestimuleerd om thuis extra met hun kind bezig te zijn, in aansluiting op wat het kind op de peuterspeelzaal doet. Dit heeft een positief effect op de leerresultaten. Ouders worden geïnformeerd door nieuwsbrieven, website en door de digitale app Klasbord. We zoeken met ouders naar partnerschap in opvoeding en ontwikkeling van hun peuter. Leidsters zijn altijd toegankelijk voor ouders om vragen te beantwoorden over ontwikkeling en opvoeding. Bij een specifieke hulpvraag, kunnen wij ouders op weg helpen door ze in contact te laten brengen of door te verwijzen naar een specifieke organisatie.
VVE
Op alle peuterspeelzalen van KidzEiland wordt VVE aangeboden.
VVE staat voor: Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het is een verzamelnaam voor de methodische en systematische ondersteuning van de ontwikkeling van jonge kinderen, in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Dit vindt plaats door middel van een VVE-programma.
Voor plaatsing van een kind is een officiële verwijzing van het consultatiebureau nodig. Het consultatiebureau geeft aan de peuterspeelzaal door welk kind voor het VVE-programma in aanmerking komt. De medewerkster heeft hierbij een signalerende functie. Zij kan, na overleg met de ouders, bij het consultatiebureau aangeven welk kind mogelijk in aanmerking komt. Het consultatiebureau kan dan, na een gesprek met de ouder, toestemming geven om deel te nemen aan het VVE-programma op de peuterspeelzaal.
Het eerste en het tweede dagdeel betaalt de ouder aan de peuterspeelzaal via de ouderbijdrage.
Het derde en vierde dagdeel wordt bekostigd door de gemeente en zijn dus voor de ouder gratis.
Op een locatie waar VVE wordt aangeboden komt een peuter minimaal 16 uur. Dit kan verdeeld worden over twee locaties.
Specifieke kenmerken van de VVE-groep:
Opbrengst Gericht spelen
Bij KidzEiland bereidt een kind zich spelenderwijs voor op de basisschool. Een peuter leert bijvoorbeeld de basis van het tellen, meten en ontwikkelt een grotere woordenschat.
Er wordt geheel volgens de laatste inzichten gespeeld: Opbrengst Gericht. Zo komen peuters vooruit in hun ontwikkeling. Basisscholen zijn al bekend met de term Opbrengst Gericht Werken. En op deze manier is KidzEiland een uitstekende voorbereiding op de basisschool.
Bij KidzEiland staat de ontwikkeling van het kind centraal in plaats van de activiteiten van het programma. De leidster zorgt ervoor dat de peuters voldoende ervaring opdoen en dat diverse speeldoelen worden aangeboden. Ondertussen kijken leidsters goed naar de kinderen en houden goed in de gaten hoe de ontwikkeling gaat door o.a. een kindvolgsysteem.
‘De nadruk ligt natuurlijk op spelen, heel veel spelen! Spel waar peuters van leren, zonder dat het schools is!’, aldus de intern begeleider Suzanne van Tilborg. ‘Kinderen merken er niets van. We doen geen lesjes, maar interessante dingen in een uitdagende leeromgeving. Plezier staat voorop’.
De leidster werkt met groepsplannen. Zo kunnen peuters spelend leren op eigen niveau. We houden rekening met verschillen tussen peuters. Er zijn immers peuters die net binnenkomen op de peuterspeelzaal en peuters die al bijna naar de basisschool gaan en alle peuters die daar tussenin zitten. De meeste kinderen kunnen zonder problemen doorstromen naar het basisonderwijs. Er zijn ook peuters die wat extra hulp nodig hebben omdat de ontwikkeling stagneert of vertraagd verloopt. Deze peuters krijgen extra individuele aandacht tijdens spel en activiteiten. Er zijn ook peuters die meer uitdaging nodig hebben.
Ouders lezen op een informatiebord op de peuterspeelzaal aan welke doelen gewerkt wordt. Er hangen tips hoe ouders thuis op een speelse manier aan de slag kunnen met hun peuter. Wij werken graag samen met ouders omdat ze een grote invloed op hebben op de ontwikkeling van hun kind. Ook zet de leidster per dagdeel foto’s en tekstberichtjes op Kidsadmin (app voor de ouders). Ouders zijn welkom om op de groep samen naar de ontwikkeling van hun kind te kijken.
Vakanties
Vakanties schooljaar 2024 | |
Voorjaarsvakantie | 17 t/m 25 februari 2024 |
Goede vrijdag | vrijdag 29 maart 2024 |
2e Paasdag | maandag 1 april 2024 |
Koningsdag | zaterdag 27 april 2024 |
Meivakantie | 27 april t/m 12 mei 2024 |
Hemelvaart | donderdag 9 mei 2024 |
2e Pinksterdag | maandag 20 mei 2024 |
Zomervakantie | 13 juli t/m 25 augustus 2024 |
Herfstvakantie | 26 oktober t/m 3 november 2024 |
Kerstvakantie | 21 december 2024 t/m 5 januari 2025 |
VVE
Op alle peuterspeelzalen van KidzEiland wordt VVE aangeboden.
VVE staat voor: Voor- en Vroegschoolse Educatie. Het is een verzamelnaam voor de methodische en systematische ondersteuning van de ontwikkeling van jonge kinderen, in de leeftijd van 2 tot 6 jaar. Dit vindt plaats door middel van een VVE-programma.
Voor plaatsing van een kind is een officiële verwijzing van het consultatiebureau nodig. Het consultatiebureau geeft aan de peuterspeelzaal door welk kind voor het VVE-programma in aanmerking komt. De medewerkster heeft hierbij een signalerende functie. Zij kan, na overleg met de ouders, bij het consultatiebureau aangeven welk kind mogelijk in aanmerking komt. Het consultatiebureau kan dan, na een gesprek met de ouder, toestemming geven om deel te nemen aan het VVE-programma op de peuterspeelzaal.
Het eerste en het tweede dagdeel betaalt de ouder aan de peuterspeelzaal via de ouderbijdrage.
Het derde en vierde dagdeel wordt bekostigd door de gemeente en zijn dus voor de ouder gratis.
Op een locatie waar VVE wordt aangeboden komt een peuter minimaal 16 uur. Dit kan verdeeld worden over twee locaties.
Specifieke kenmerken van de VVE-groep:
Wenbeleid
Voor het eerst naar de peutergroep; voor het ene kind is het een groot avontuur, voor het andere kind is het aanvankelijk ‘best wel eng’. De ouder/verzorger kan het beste inschatten hoe zijn/haar kind tegen de nieuwe situatie aankijkt. Sommige kinderen hebben echt een wenperiode nodig, omdat het voor hen voor het ‘eerst’ is dat ze het veilige beschermde wereldje van thuis verlaten. De leidster zal hier alert op zijn; meegaan met de peuter in het proces van vertrouwen krijgen in de ander en het loslaten van de ouder/verzorger. Omdat de eerste keer naar de peutergroep gaan zowel voor kind als ouder erg spannend is, volgen hier enkele tips om het gemakkelijker te maken:
De eerste kennismaking
Een ouder/verzorger meldt zijn of haar peuter aan via de website. Er wordt dan contact met u opgenomen om e.a. administratief af te wikkelen. Daarna wordt er contact opgenomen door één van de leidsters van de groep waarin uw kind komt.
Bij het eerste telefonisch contact tussen leidster(planner) en ouder(s)/verzorger(s) kan een afspraak gemaakt worden voor een eerste kennismakingsbezoek op de peuterspeelzaal of een huisbezoek. Dit is afhankelijk van de leidster, groep en overleg met ouder/verzorger. Een huisbezoek is om praktische reden niet voor iedere leidster of ouder te realiseren. Tijdens het huisbezoek krijgen ouders/verzorgers aanvullende informatie (en kan er informatie worden uitgewisseld en wordt er een afspraak gemaakt wanneer uw peuter voor de eerste keer naar de peutergroep komt).
De andere mogelijkheid is dat ouder/verzorger en kind worden uitgenodigd voor een kennismakingsbezoek op de peuterspeelzaal. Het informatie boekje ontvangen ouders/verzorgers voorafgaand aan het kennismakingsbezoek of tijdens het kennismakingsbezoek. Afhankelijk van locatie kan er ook een uitnodiging worden verstuurd. Tijdens de eerste kennismaking is er gelegenheid om rond te kijken en zal informatie worden gegeven aan de ouder over het reilen en zeilen van de peuterspeelzaal en kunt u informatie uitwisselen over uw kind. Bij enkele peuterspeelzalen is de mogelijkheid daar dat de peuter mag blijven na het kennismakingsgesprek.
Op het dagdeel dat uw peuter daadwerkelijk start, blijft de ouder/verzorger indien gewenst iets langer aanwezig op de peuterspeelzaal, afhankelijk van hoe het gaat. De meeste ouders/verzorgers kiezen ervoor toch zo snel mogelijk afscheid te nemen of al na een korte periode weg te gaan zodat uw kind leert om afscheid te nemen en ontdekt dat de ouder na een tijdje ook weer terugkomt. Per kind wordt gekeken wat de beste oplossing is.
Er kan een afspraak gemaakt worden dat ouder/verzorger of leidster telefonisch contact opneemt over hoe het gaat die morgen. Als blijkt dat het kind het afscheid echt niet aan kan en heel verdrietig blijft, dan neemt een leidster zeker contact met ouders/verzorgers op. Of de ouder/verzorger kan in de wenperiode ook zelf bellen om te informeren hoe het gaat.
Ieder kind heeft zijn eigen temperament en ieder kind zal dan ook op eigen wijze reageren. Het tonen van respect voor de autonomie van het kind is in de beginfase extra belangrijk.
De leidster kan zien of een kind gewend is als de volgende gedragingen bij een kind kunnen worden waargenomen.
Bij het brengen van het kind is er even de gelegenheid om informatie uit te wisselen over het kind. Deze uitwisseling vindt meestal plaats in de groep. Wanneer het kind wordt opgehaald, is er even tijd om informatie uit te wisselen. Doordat alle ouders de kinderen tegelijk komen halen is deze informatie-uitwisseling kort van duur. Wanneer de ouder/verzorger een leidster uitgebreider wilt spreken, dan kan er apart een afspraak worden gemaakt.